Ik viel als een blok voor je, eerst toen ik je zag zitten in de collegebanken bij Human rights en later al dansend in de Tivoli. Ontwapenend mooi en daarom bijna onmogelijk om op af te stappen. Na paar gênante en halfslachtige benaderingen van mijn zijde zijn we wonderlijk genoeg toch na een nacht drinken samen met kriebels in de buik in De Zaak beland. En ruim drie onvergetelijke jaren volgden, tot in begin 2011.

Mijn vrienden zeggen dat ik erg ben veranderd sinds wij elkaar hebben leren kennen en dat klopt. Je hebt mijn leven gekleurd. Onbewust heb je me altijd op de borst gedrukt om positief te denken en te genieten van de kleine dingen. Maar dat was ook wel erg gemakkelijk met jou. Iemand die in de vakantie vluchtelingenkampen bezoekt, giechelt in haar slaap, groot verdriet heeft over de overleden poes van de buurman, stiekem een knuffel in mijn reistas verstopt, tijdens de studie platzak is maar in plaats van betaald werk toch een dag per week vrijwilligerswerk doet bij Vluchtelingenwerk en als twintiger nog de grote droom heeft om te zwemmen met dolfijnen. En zo zijn er nog talloze andere gedachten over jou die me zo veel redenen geven om het leven te omarmen.

Sinds ik je leerde kende, maar ook al lang daarvoor, had je de ambitie om de wereld beter te maken. Een baan met veel geld kon je niks schelen, lachende gezichten en je zelf in de spiegel kunnen aankijken des te meer. Of dat laatste samenhangt met het feit dat je graag in de spiegel keek als je je garderobe weer eens had uitgebreid, laat ik maar even in het midden.

Je las en dacht veel na over de wereld. Vaak zaten we op één lijn, maar als dat niet zo was daagde je me uit. Je nam stelling en keek me nieuwsgierig aan met die grote bruine ogen, afwachtend of ik je van repliek kon dienen. Meestal had je gelijk. Toen ik weer eens het onderspit aan het delven was zei ik als ultimum remedium dat ik 100% zeker wist dat ik gelijk had. Achteraf bleek uiteraard dat dat niet het geval was, wat je fantastisch vond. Dat vond ik ook – echt – misschien nu meer dan toen.

Het wapen dat je koos om de wereld beter te maken was onder meer een cum laude afgeronde studie Oorlogsrecht. Je vindt dat oorlog niet gevoerd mag worden, maar als het dan toch moet, dan wel volgens de regels. Zo blijven onschuldigen buiten schot. De ironie wil dat je in een vliegtuig zat dat boven oorlogsgebied wederrechtelijk uit het luchtruim is gehaald. Liefste Tes, zelfs nu heb je gelijk.

De vriend van Tessa. (via bloodtears-gold)

Soms lijkt het, dat als je de wereld probeerd te verbeteren, je het zelf het slachtoffer word van het geen waar jij je sterk voor maakt.