Avatar

The Perils of Eline

@theperilsofeline / theperilsofeline.tumblr.com

Geeky, cinefile art history student that lives and loves in Antwerp and has an unusual admiration for the past.
Avatar
Avatar

Reviews of 2017: 120 Battements par Minute

Grote farmaceutische piefen bekogelen met bloedballonnen, labomedewerkers “traumatiseren” met een inval of een roze condoom over de Obelisk van de Place de la Concorde spannen. Het zijn allemaal controversiële acties en ideeën van Act Up, een actiegroep die draait rond HIV- en AIDS-patiënten en opgezet werd in 1987 in New York. In die periode geraakten er veel (jonge) mannen besmet met de auto-immuunziekte, waarover men toen nog niet veel wist. 120 battements par minute draait rond de militanten van Act Up Paris, die de laboratoria en medische onderzoekers willen wakker schudden uit hun onverschilligheid tegenover seropositieve patiënten en hun gestigmatiseerde lijdensweg.

We volgen het reilen en zeilen binnen de groep via nieuwkomer Nathan, die overdonderd geraakt door de radicale Sean, die met zijn laatste krachten het verschil tracht te maken. De jongens raken door elkaar begeesterd en door hun ogen ontvouwt zich niet enkel de geschiedenis van Act Up Paris, maar ook de verschrikkelijke gevolgen van aids en de impact die de ziekte heeft op een patiënt en diens omgeving.

Opmerkelijk is dat er gekozen is voor een zeer levendige en jonge film met een jeugdige ensemblecast om een serieus (en bij momenten deprimerend) onderwerp aan de man te brengen. De Franse in docu-stijl gefilmde fictieprent bruist van de energie, felle kleuren en opzwepende muziek en het is misschien daarom dat wanneer de film donkerder wordt, je als kijker net dat ietsje meer betrokken bent.

120 battements par minute is geen zuivere mozaïekfilm waar er verschillende verhalen door elkaar lopen, maar toont toch de veelzijdigheid van de Act Up-leden door even veel screen time uit te delen aan verschillende authentieke randpersonages die allemaal op één of andere manier met HIV of aids in contact zijn gekomen. Of dat nu de lesbische Sophie is of de 16-jarige Marco die besmet geraakte via een bloedtransfusie.

Regisseur Robin Campillo kiest voor een zeer menselijk thema dat zich afspeelt in een minderheidsgroep. De schuddende handcamera zorgt mogelijk voor wat misselijkheid tijdens het kijken, maar geeft de film ook net zijn realistische documentaire-look waardoor het lijkt alsof je een getuige bent.

Een zeer memorabele scène is die waarin Act Up Paris klassen in de middelbare school binnenvalt om de leerlingen te informeren over hoe ze zichzelf kunnen beschermen. Het maakt op zich al niet uit hoeveel condooms ze in het rond strooien, het grootste effect bereiken ze door hun aanwezigheid. De camera blijft herhaaldelijk hangen bij de gezichtsuitdrukking van een jongen die verbouwereerd toekijkt naar de groep en hun schaamteloosheid. Hetzelfde geld voor het meisje dat walgt van de kus van Nathan en Sean. Campillo schuwt gelukkig ook geen expliciete scènes: in een film over het verbreken van stigma’s en taboes moet er niet flauw gedaan worden over mannenseks en een beetje sperma.

120 hartslagen per minuut is hoe hard je hart slaat tijdens een inspanning: of het nu zo hard klopt omdat je met iemand vrijt alsof je leven er vanaf hangt, omdat je het voelt slaan in je keel tijdens een protest of omdat je weet dat je snel zal sterven. Ieder van ons heeft een hart dat slaat, voelt en intens van iemand kan houden. Een simpele waarheid die een mens weleens durft te vergeten, maar waaraan 120 battements par minute je met plezier aan herinnert.  

Avatar
Avatar

Reviews of 2017: #4 - De verborgen vegetarische agenda van “Okja“

Sinds gisteren kan je op Netflix kijken naar Okja, de nieuwste van de Zuid-Koreaanse cineast Bong Joon-Ho, die je misschien ook kent van Snowpiercer en The Host. Zijn nieuwste is echter een film van een heel ander kaliber.

Als je Okja googelt, krijg je clickbait-titels te lezen als “Netflix knuffelt het supervarken Okja” (NRC Handelsblad) of wordt de vergelijking met E.T. van Steven Spielberg gemaakt. Akkoord, Okja gaat ook over een intense vriendschap tussen een mensenkind en een vreemd wezen, maar daar stopt de vergelijking dan ook. Deze Netflix-flick is meedogenloos en bevat brutale scènes die zeker niet bestemd zijn voor jonge of gevoelige kijkers.

Bong Joon-Ho is in zijn thuisland Zuid-Korea een zeer populaire filmmaker, die nu meer en meer internationaal zijn stempel op de filmwereld zet. Hij creëert doordachte films met kritiek over de opwarming van de aarde, het kapitalisme of de klassenmaatschappij. Die serveert hij met een commercieel sausje om het allemaal wat hapklaar te maken.

De kritiek in Okja gaat deze keer over genetisch gemanipuleerd voedsel en onze naïeve, grenzeloze vleesconsumptie met als dekmantel een varken met een hoog knuffelgehalte. Joon-ho werd naar eigen zeggen tijdens zijn research naar de film enkele maanden veganistisch. In interviews vertelt hij: “Ik kon zelfs geen gebakken steak meer aanraken."

Okja is een verhaal met twee kanten, want enerzijds gaat deze film over een lief supervarken dat opgroeit op een verlaten en beboste Koreaanse bergtop, maar anderzijds hekelt Okja ook op confronterende wijze de verschrikkingen van de industriële vleesindustrie anno 2017. Als je niet veel gelezen hebt over de film en je verwacht een lieflijk verhaal over een innige band tussen kind en dier waarbij je op het einde een traantje mee wegpinkt: think again!

E.T. zag ik als zesjarige uk, terwijl de tranen over mijn wangen rolden. Okja zag ik twintig jaar later, met veel pauzeren en spontane toiletbezoeken aangezien ik de hardvochtigheid van bepaalde scènes niet aankon. Deze ecologisch getinte prent zal veel van zijn kijkers vervullen met (zelf)walging en een bewustzijn over wat er elke avond op hun bord ligt door in te spelen op emoties.

Het is een emotioneel doordacht spel dat  compleet anders werkt dan bij documentaires zoals Cowspiracy, waarvan je op voorhand weet dat ze zullen gaan over de vleesindustrie en je dus op de hoogte bent van het feit dat de beelden je misselijk zullen maken. Okja wordt voorgesteld als een kleurrijke en onschuldige kindervertelling en dat zullen velen ook verwachten als ze alleen de korte inhoud van de film lezen. Wat ze niet zullen verwachten is hoe het lieve varken zich onder je huid nestelt en je hart verovert, net zoals ze dat deed met het jonge meisje Mija. De realiteit van vleesproductie slaat daarom in als een bom.

Joon-Ho spaart Okja niet van ellende en horror: ze blijft een lief labdier dat gefokt is om in menselijke magen te belanden. De kijkervaring leert je dat het niet uitmaakt of Okja nog gered wordt of niet, deze film gaat éigenlijk over de miljarden varkens, koeien, kippen en andere dieren die nu onwetend op hun dood wachten in de slachterij en over de schijn van bio-labels in supermarkten, die er alleen zijn om ons geweten te sussen terwijl we afrekenen.

Heb je zin in een ontspannende film om even stoom af te blazen na je werk? Dan is deze film misschien niet de beste keuze. Ook niet als je een gevoelige kijker bent. Of probeer dan misschien net wél te kijken, ook al moet je meerdere keren de pauzeknop induwen of wegkijken. Want vergis je niet, het gaat hier niet louter om een verzonnen beest dat een kruising lijkt te zijn tussen een nijlpaard, een varken en een snoezig hondje. Okja toont je een harde realiteit die je best onder ogen mag komen.

Avatar
Avatar

Reviews of 2017: #3 - Wonder Woman

Wat vliegt daar? Is het een vogel? Is het een vliegtuig? Nope! Er zweeft een nieuwe superheld rond in het DC-filmuniversum en het is een vrouw. Haar naam is Diana, Prinses van Themyscira, dochter van Hippolyta of voor de vriendinnen: Wonder Woman. Voorgangers Man of Steel, Batman vs Superman: Dawn of Justice en Suicide Squad waren ongetwijfeld box office-successen, maar lieten het kritische publiek teleurgesteld achter. Ondergetekende geeft grif toe dat superheldenfilms niet altijd haar voorkeur genieten, maar wat blijkt? Sinds Wonder Woman is ze daar niet meer zo zeker van. Alles wat we nodig hadden is een frisse wind en een vrouwelijke touch in een wereld vol herkauwde mannenhelden.

Israëlische schone Gal Gadot vertolkt de titelfiguur, een prinses uit het rijk van de amazones, een eiland gevuld met uitsluitend vrouwen, dieren en een flinke dosis vechtlust. Klinkt als een plek waar je meteen naar wil verhuizen en dat is het ook, tot een Amerikaanse piloot (Chris Pine) uit het niets met zijn vliegtuig in de helblauwe oceaan neerstort met in zijn kielzog de Duitse troepen. Hij vertelt haar over 'De Groote Oorlog' die woedt, waarbij vele onschuldige levens gevaar lopen door de ontwikkeling van een gevaarlijk gas. Omdat het de plicht van de Amazones is om de mensen op aarde te verlossen van oorlogsgod Ares, wisselt Diana haar prachtige thuis in voor een groezelig bestaan in het grijze Europa.

Dat grijze wordt ook uitgespeeld in het kleurenpalet van de film. Wonder Woman is letterlijk en figuurlijk een baken van licht in het troosteloze bestaan van de soldaten in de loopgraven, een kleurtechniek die je ook zag in Man of Steel. Dat is niet het enige dat het DC-team gerecycleerd heeft. Ook de typerende bombastische muziek en de theatrale slow motion-gevechtssequenties vinden bij deze superheldenfilm eveneens hun plek. Gelukkig veel minder excessief en vervelend dan bij de vorige DC Universe-films, die op alle vlakken verbleken in vergelijking met het stralende Wonder Woman.

Pine speelt de rol van de charmante Steve Trevor, een Amerikaanse spion voor de Britse inlichtingendienst met zijn schattige secretaresse Etta Candy, die zorgt voor de nodige comic relief in een narratief dat 141 minuten lang een somber oorlogsverhaal blijft. De chemie tussen Gadot en Pine spat van het scherm en hun omgang wordt af en toe ook positief op de proef gesteld door een assertieve Diana, die niet op haar mondje is gevallen. Een feministisch voorbeeld dat ontzettend belangrijk is voor jonge meisjes (én jongens!) die naar deze film komen kijken in een tijd waarin een seksistische, verschrompelde sinaasappel het tot president kan schoppen.

Met uitzondering van het laatste halfuur, waarin alle overdadige registers worden opengetrokken, levert regisseuse Patty Jenkins een degelijk script af met hier en daar wat schoonheidsfoutjes, maar vooral veel girl power. Ze maakt van Diana een sterke vrouw met pit, die niet over zich laat heenlopen door een dozijn oude, blanke parlementariërs, maar toont ons ook haar zachte, liefdevolle kant met een voorkeur voor ijsjes, baby’s en de hemelsblauwe ogen van Steve Trevor (we kunnen haar moeilijk ongelijk geven).

Prijzen we Wonder Woman nu gewoon de hemel in omdat ze een vrouw is? Ja, en dat mag ook. Wonder Woman is een hartverwarmende superheldenfilm die de perfecte balans vindt tussen actie, drama, humor en romance en een mijlpaal is in het superheldengenre. De geruchten dat Jenkins momenteel naarstig schrijft aan een vervolg stemmen velen positief en hopelijk geven de grote studiobonzen meer vrouwelijke regisseurs de kans om hun stem te laten horen in de commerciële wildernis van Hollywood.  

Avatar
Avatar

A make-over from MAC’s make-up artist Gladys Ferro

Toen ik mezelf gemakkelijk maakte in de stoel voor de felverlichte spiegel van de Mac Cosmetics’ store in Gent, mijmerden de make-up artists eerst over mijn wenkbrauwen: “Goede wenkbrauwen”. Vijftien jaar geleden hoefde je dat niet te zeggen. Met mijn weelderige wenkbrauwbos was ik Mia Thermopolis uit The Princess Diaries, maar dan niet de stijlvolle Mia uit de tweede helft van de film. Mijn moeder en zus plukken al jaren en raden mij aan hetzelfde te doen, maar ik blijf een kleinzerig ding. Edoch, toen ik dat compliment kreeg, was ik blij dat ik er nog nooit iets aan had laten doen. Het meest logische antwoord op de vraag “Welke look wil je?” was dan ook: “Ik wil een goede eyebrow game leren”.

Zo gezegd, zo gedaan. Gladys (1st class Youtube-make-up-guru in wording & fulltime eyebrowgoddess) zorgde ervoor dat ik gemakkelijk in mijn stoel zat en begon met het plamuurwerk, dat overigens hoognodig was aangezien ik net een examen had afgelegd en de kringen onder mijn ogen zo donker waren als het hart van Donald Trump. Dit waren de stappen, zoals ik ze me herinner, waarschijnlijk dus met wat flaws hier en daar:

1.      Gladys gebruikte een soort spray om mijn gezicht te bevochtigen. Magisch water uit een geheimzinnige bron in de Maldiven, of gewoon water? Geen idee, maar ze gebruikte het om mijn gezicht weer even op frissen.

2.      Vervolgens was het tijd voor de eerste stap van mijn nieuwe make-up routine: het Prep+Prime Moisture Infusion Serum. Dit serum zit in een glimmend flesje, waardoor ik even dacht dat mijn gezicht zou glitteren, maar helaas. De inhoud maakt toch veel goed: het is een licht serum dat je op je gezicht doet nadat je je gezicht gereinigd en dagcrème aangebracht hebt om het een extra boost hydratatie te geven. Perfect voor mijn uitgedroogde winterhuidje dus. Een extra boost komt er door een Fast Response Eye Cream die er is voor je op zware dagen waarop je kampt met een slaaptekort en nood aan een shot cafeïne onder je ogen.

3.      Vervolgens ging ze aan de slag met een BB-cream: de Beauty Balm light plus. Ik moet eerlijk toegeven dat ik nooit eerder een fan was van een dekkende foundation: het voelt alsof mijn huid slecht ademt en omdat ik hier en daar last heb van een droge (schilferende) huid, is het nu eenmaal geen zicht als ik daar met foundation op ga deppen. Gladys vertelde me dat BB-crèmes daarvoor een perfecte oplossing zijn: ze hydrateren maar zorgen ook voor een subtiele naturelle dekking én het geef een matte look. De MAC BB-cream heb ik dan ook meteen aangeschaft, omdat hij gewoon lekker licht en aangenaam aanvoelt en hij is snel aan te brengen, wat past in mijn drukke werkschema.

4.      Details afwerken deed Gladys aan de hand van een P+P Highlighter medium. Deze handige concealer in penvorm zorgt ervoor dat die wallen onder je ogen de volgende uren niet meer tevoorschijn zullen komen en je er dus uitziet als een gezond, slapend levend wezen.

5.      Dus, de wenkbrauwen. Een stevige eyebrowlook is tegenwoordig ongelooflijk in. Kijk naar de famous brows van Cara Delevingne, Amandla Stenberg, Keira Knightley en Emilia Clarke. De eyebrowkit van MAC does the trick en belandde dan ook meteen in mijn handtas. Voor donkere wenkbrauwen met een mooie, elegante vorm gebruikte Gladys een handig pennetje dat je kan uitschuiven met de kleur “Spiked, rich brunette. Toegegeven, het lief moet nog wat wennen aan mijn gedefinieerde brows: “Schat, ge lijkt op Martin Scorsese!”, maar ik voel mij een oudere versie van Mariel Hemingway uit Manhattan. De tips ’n tricks volgens Gladys: 1) begin met je wenkbrauwen even naar boven te borstelen. Ik onthield: modeshow Kenzo, happy brows go up! 2) vervolgens traceer je heel zachtjes met de wenkbrauwpen rondom je wenkbrauw(vorm); 3) Je kleurt de stukken (zachtjes!) in waar je wat minder haar hebt en 4) werkt af met Pro Longwear Waterproof Brow Set (brown ebony).

6.      En dan… Het moment van de waarheid: oogschaduw. Als ik oogschaduw probeer, is het ofwel te subtiel omdat ik een heel kleine “crease” heb, ofwel is het te opvallend en loop ik net rond met een blauw oog. Ik heb een prachtige Bobby Brown palet thuis, maar kan hem amper gebruiken omdat het donkere kleuren zijn. Gladys ebruikte eerst een lichte kleur (Mac Veluxe Pearl, Dazzlelight) met een klein beetje glans in, en depte dit voorzichtig langs mijn hele ooglid. Vervolgens nam ze een donkerdere kleur (een warm bruin: MAC Soft Brown Eyeshadow) en depte ze het voorzichtig in elk van mijn uiterste ooghoeken. Toen blendde ze de bruine kleur met een “ruitenwisserbeweging” van links naar rechts en volgde ze daarbij de vorm van mijn oog. Eindelijk een naturelle oogschaduwlook die niet over-the-top is! Ook deze twee kleuren én bijhorende techniek zitten nu vanaf in mijn make-up routine.

7.      Poedertijd: Gladys gebruikte een bronzer, een beetje highlight en de Mineralize Skin Finish Light Plus om de look af te maken, samen met een statement winged eyeliner. Het aanbrengen van een eyeliner is een beetje zoals je het zelf wil. Voel je jezelf gemakkelijker bij een potlood? Ga je gang. Liever liquid eyeliner? Gebruik hem dan met als belangrijkste overweging: morsen mag (moet!). Je hebt altijd de hulp van wattenstaafjes om je lijn te perfectioneren. Oefening baart kunst.

8.      En toen was het tijd voor de lippen. Ik hou ontzettend veel van de lippenstiften van MAC: niet alleen omdat ze van zo’n goede kwaliteit zijn, maar ook omdat ze zo’n divers kleurenpalet hebben. Iedereen vindt er zijn zin en zelfs voor mensen die zwarte, gele of blauwe lippen willen zijn er genoeg keuzes. Gladys gebruikte de glamoureuze Viva Glam I: een matte, felrode kleur die je teruggekatapulteerd naar de jaren ’50 en het MAC AIDS Fund steunt bij elke aankoop.

(Mes excuses, this was shot by an iPhone 4s, that’s why the quality is bad)

Ik ben weer enkele fantastische MAC-producten rijker. Eenmaal thuis begon ik echter te twijfelen. Ik ben iemand die toch wel een beetje begaan probeert te zijn met de dierenrechten, en ook al ben ik geen vegetariër, ik probeer zoveel mogelijk producten te kopen van Lush, omdat ze zo’n milieu- en diervriendelijke kijk hebben. Toch waren er onlangs geruchten dat MAC op dieren zou testen. Maar wat blijkt? “MAC does not test on animals and we never ask others to test for us.” en “MAC continues to be a leader in the movement to end animal testing globally”. Hoera! Ze schrijven wel dat “een exception can be made”, maar dat komt omdat China het enige land is waar dierentesten gebeuren, en voor bepaalde stoffen die MAC invoert uit dat land, kunnen ze dus niet garanderen dat het niet op dieren is getest. Hopelijk komt hier in de toekomst nog verandering in!

Al wie interesse heeft om zich te laten optutten door de getalenteerde Gladys, kan terecht bij MAC Gent (Brabantdam 19) om een afspraak te maken. Het is een aanrader, dus laat je eens lekker in de watten leggen op je verjaardag, met Valentijn of tijdens de feestdagen! Of gewoon random, ‘cause all girls deserve this kind of magic.

Avatar
Avatar

Things to do at home when #AllWomensMarch is happening

Aangezien België for some mysterious reason niet in het rijtje wil lopen sta ik vandaag niet te betogen in een Women’s March te Brussel (oké, de niet-zo-mysterieuze reden is dus dat er al een betoging op de planning stond). Die werd namelijk gisteren (al) gehouden. Ik zie het nut er niet van in om de datum van een optocht te verplaatsen, want dat neemt nu net het doel en de kern van betogen weg. En daarom, omdat het belangrijk blijft dat je blijft geloven in de kracht van de massa, dit bescheiden lijstje op deze revolutionaire winterdag in 2017 voor al wie niet in Washington, Parijs of Londen geraakt:

1.      March online

Gebruik het internet als je spandoek. Activeer een twitter-account, ventileer je mening op een blog, schrijf de woede van je af en smash the patriarchy with words! Het internet is één van de plaatsen waar de stem van iedereen telt, wat niet altijd een mooi zicht is, maar het zorgt wel voor diversiteit en vormt een platform waar je – door middel van andere meningen – je eigen mening kan vormen en uiten.

2.      Watch “fake news” and educate yourself

Zet CNN op en volg de march op de voet. De nieuwsdelen over Interfaith prayer service die Trump bijwoont vandaag moet je er maar tandenknarsend bijnemen. Gelukkig laat het nieuwskanaal legio interessante betogers aan het woord en tonen ze ook voldoende beelden van de Women’s Marches in het buitenland. Zet wat thee om jezelf te kalmeren van hoe kwaad je wordt van de enge gelaatsuitdrukkingen van de nieuwe president en lees wat Simone de Beauvoir om die grab them by the pussy-zever te vergeten.

3.      Bekijk het ongelooflijk mooie artwork van The Amplifier Foundation

The Amplifier Foundation zat samen met de Women’s March organisation en creëerde een open call voor kunstenaars om hun frustraties over Trump en ongelijkheid om te zetten in ontwerpen voor affiches. De resultaten kan je hier bekijken. In acht dagen tijd ontvingen ze 5000 ontwerpen van vrouwen over de hele wereld. Het is de bedoeling dat deze tekeningen de wereld rondgaan, zodat meisjes, jongens, vrouwen en mannen over de hele wereld ze de lucht in kunnen heffen tijdens deze protesten die in het teken staan voor mensenrechten. Mijn favorietje is “Our bodies, our minds, our power” en zal dan ook binnenkort in ons appartement schitteren. Bekijk en download de HD-designs hier. En bedankt Romina voor de tip!

4.      Doe een feministische donatie

Er zijn organisaties in overvloed die werk maken van een betere wereld voor kwetsbare vrouwen in precaire situaties, kansarme meisjes en gelijke kansen op de werkvloer- en in het onderwijs. Geef wat je kàn geven op de moment (als je geen full-time job hebt, forceer jezelf dan niet: geloof mij, I know the struggle) of investeer je geld in non-profit organisaties die fijne feministische kleding, buttons of andere spullen verkopen die gelijkheid schreeuwen en een statement maken. Deze lijst kan je helpen met kiezen.

5.      Luister naar een Girl Power playlist

Oké, oké – ik ben behulpzaam geweest en heb me deze ochtend beziggehouden met een Girl Power playlist op Spotify te maken, aangezien ik de nodige “meisjes-aan-de-macht”-muziek nodig heb om de dag door te komen zonder dat ik mijn Rosie The Riveter-outfit aantrek om gewoon in de Nationalestraat te gaan demonstreren op mijn eentje. Bij deze, you’re very welcome. Klik hier! Of hier. Of scroll een beetje naar beneden.

6. Laat je inspireren door inspirerende vrouwen (en mannen)

*mic drop*

Avatar
Avatar

Reviews of 2017: #2 - Hidden Figures

Sterren: ⭐⭐⭐⭐ Regisseur: Theodore Melfi Cast: Octavia Spencer, Janelle Monae, Taraji P. Henson Belgische releasedatum: 1 februari 2017

Vijftien jaar geleden had ik maar één groot probleem en dat was wiskunde. Ik kon totaal niets met cijfers: breuken, staartdelingen, kommagetallen en meetkunde, allemaal waren ze een even grote verschrikking voor me. De enige uitzondering daarop was toen ik in het derde middelbaar de ongelooflijke eer kreeg om wiskunde te krijgen van Meneer Mariën op het Atheneum. Hij bracht zelfs de ferventste getallenhaters de liefde voor de cosinus bij.

Laat dat nu net niet het probleem zijn van de ijzersterke dames uit Hidden Figures, de nieuwe revelatie van Theodore Melfi, die je misschien ook kent van St. Vincent. Hidden Figures is een biografische dramaprent gebaseerd op het boek met dezelfde naam, geschreven door Margot Lee Shetterly. Het vertelt het waargebeurde verhaal van drie zwarte vrouwen die het gevecht leveren tegen de blanke grijze mannen van NASA in de jaren ’60, met in de achtergrond de dreigende Race for Space. Katherine Goble is één van die dames, en is zowat alles wat je toen niét wilde zijn: ze is een hardwerkende alleenstaande moeder met een passie voor getallen én ze is zwart (tijdens de hoogdagen van de segregatie beslist geen pretje).

De film begint wanneer alle drie de vrouwen (Katherine Goble, Mary Jackson en Dorothy Vaughan) promotie maken. Katherine zal de eerste (zwarte) vrouw zijn die onderdeel wordt van de Space Task Group, waar een handvol wetenschappers zichzelf binnenstebuiten keert om de eerste Amerikaan de ruimte in te sturen zonder kleerscheuren. Al wie meent dat La La Land gaat over “white people explaining jazz” zal het er vliegensvlug mee eens zijn dat Hidden Figures een film is waarin “black people explain mathematics”: Katherine overtreft al snel bijna alle mensen uit haar team door te laten zien dat ze meer kan dan alleen sommen nakijken. Ze levert uitmuntende inzichten, weet exact welke wiskundige theorieën ze moet toepassen en wint daarbij zelfs het vertrouwen van ruimtevaarder John Glenn en de president.

Natuurlijk gaat dit niet zonder ’s werelds onaangename sociale mankementen: racisme, seksisme en een flinke dosis mansplaining. Goble rent elke dag met haar dossiers én hoge hakken naar de andere kant van het terrein, alleen om naar toilet te kunnen gaan en kan daarbij rekenen op afkeurende blikken van haar team. Het duurt een hele tijd om respect te krijgen van deze speciale eenheid en een eeuwigheid voor een zwarte vrouw. Gelukkig maken getallen geen onderscheid tussen zwart of wit, blank of gekleurd, man of vrouw. Ze bestaan, en wachten geduldig op een briljant brein om te doen waarvoor ze gemaakt zijn.

Scenes waarin pastelkleurige retrojurken en felle rode lippen afsteken tegen de grijswaarden van het staal van ruimteschepen en satellieten worden geaccompagneerd van een prima score door Hans Zimmer, een componist waarvan we reeds weten dat hij zijn werk gewoon goed doet. Het is safe to say dat er meer zwarte acteurs meespelen in Hidden Figures dan blanke, en dat is een (zeer!) welkome afleiding van het blanke (mannen)bastion dat Hollywood tegenwoordig is. Hopelijk beseft de filmwereld na Moonlight misschien dat het tijd is voor meer diversiteit en zo wordt #Oscarssowhite misschien eindelijk eens verleden tijd. De bezoekersaantallen voor de film zijn al veelbelovend: tien dagen geleden raakte bekend dat Hidden Figures de nieuwste Star Warscreatie van de troon stootte in de Box Office, en dat wilt wel wat zeggen.

Hidden Figures is uitstekend geacteerd (een pluim voor dit trio Afro-Amerikaanse actrices!), is een perfecte mix van educatief en grappig en heeft me een flinke girlcrush bezorgd voor Janelle Monae – die nu naast een zangcarrière ook haar acteerwerk flink laat boomen. Nee serieus, hoe goed ziet die eruit?  Een feministisch pareltje waarin black feminism, het glazen plafond en een snufje girlpower geen geheimen zijn. Voor diegenen die beweren dat een hekel aan getallen niet te verzoenen valt met deze film, ga alsnog kijken en laat deze hartverwarmende vrouwen je van gedachte veranderen en je motiveren om het tot de nieuwe (vrouwelijke) Stephen Hawking te schoppen.

Bij deze ook een dikke merci aan 20th Century Fox en Joy A. Thielemans om van de exclusieve screening van Hidden Figures in Kinepolis zo’n daverend succes te maken. Een all-female organisatie (van catering [zoveel liefde voor de ladies van Tinsel!] tot PR) is iets waar velen overkijken in tijden van stress en druk. Ik was zeer onder de indruk van alle straffe madammen die er die avond aanwezig waren.

Avatar
Avatar

Reviews of 2017: #1 - La La Land

Sterren: ⭐⭐⭐⭐⭐ Regisseur: Damien Chazelle Cast: Emma Stone, Ryan Gosling, John Legend (!) Belgische releasedatum: 30 januari 2017

Hoewel een film bekijken voor mij eerder een routine is tegenwoordig, blijft het toch altijd weer twee uur of langer ontsnappen aan een dagelijkse, grauwe realiteit. Heel even vergeet ik dat ik nog steeds niet doorgebroken ben als filmjournaliste en dat ik lange uren klop in de retail (oké, ik overdrijf hier een beetje, haha). Maar het is dus niet verwonderlijk dat films - en dan vooral comedy of musical - populair zijn in tijden van (sociale) onrust. Hoewel dat laatste meer doet denken aan vervlogen glamoureuze tijden (denk aan de kleurrijke scenes van Jacques Demy en de virtuositeit van Singin’ in the Rain met een immer elegante Debbie Reynolds), waagt Damien Chazelle (Whiplash) zich aan het onmogelijke: al die klassieke schoonheid verplaatsen naar het jaar 2016: het vreselijke jaar dat David Bowie stierf waar niemand het meer over wil hebben.

Chazelle krijgt bij zijn opdracht de hulp van de immer beeldschone Ryan Gosling en Emma Stone, maar ook van zijn vaste virtuoos en schoolvriend Justin Hurwitz, die ook de tracks voor Whiplash verzorgde. Hoewel noch Gosling noch Stone vocale hoogstandjes zijn, lukt het hen toch om een hele film aan elkaar te zingen. Dat maakt van La La Land ook zo’n ontwapenende film: het feit dat de hoofdpersonages niet perfect zingen, brengt hen dichter bij onze (en hun) realiteit. Ook het feit dat niet alles overduidelijk op voorhand opgenomen lijkt en het gebrek aan ergerlijke autotune dragen bij aan de authenticiteit van zowel personages als narratief. En hoewel vele filmcritici de stemmen van Stone en Gosling als een pijnpunt zullen zien, is het net dat wat mij dichter bij hun leefwereld bracht.

Mia en Sebastian zijn twintigers die in Los Angeles hun dromen najagen: zij wil dolgraag doorbreken als actrice, hij als jazz-pianist. Na een paar ongemakkelijke ontmoetingen klikt het tussen de twee en u raadt het nooit: ze worden verliefd. La La Land vertelt over de mechanieken van een relatie en hoe die blijft draaien als één van de twee tandwielen eerder doorbreekt dan de ander. Het gaat over het volgen van je eigen dromen, het gunnen van een ander zijn geluk. Over hoop, steun en vooral over vallen en opstaan. Mia werkt in een koffiebar in de Warnerstudio’s, Sebastian verdient bij als pianist in een club waar hij met tegenzin de setlist volgt. En dat “vallen”, dat gebeurt bij Chazelle zonder schaamte: hé, het is oké om te falen voor die auditie. Het is oké als je in een winkel/bar/restaurant/koffieshop bijverdient om te overleven terwijl je je dromen najaagt.

La La Land zit boordevol prachtige kleuren, welluidende muziek, de dialogen zijn tot perfectie gepolijst en de kostuums zijn gewoon àf. En akkoord: de mensen zijn allemaal een beetje te mooi om waar te zijn, maar stiekem hebben we dat graag in een musical, we zijn immers niet naar een sociaal drama aan het kijken. Ook is er net voldoende rekening gehouden met huidskleuren, maten en gewichten (check de openingsscène!), maar er is altijd plaats voor verbetering: de twee protagonisten zijn zo blank als maar zijn kan. Toch is het alvast een stap in de goede richting die veel films tegenwoordig zelfs niet eens durven te nemen.

God, wat was ie goed. Ik gooi mijn consensus nu alvast gewoon voor het grabbelen, smijt verslagen mijn handdoek in de ring - deze film gaat Oscars in de wacht slepen, without a doubt. De scènes trekken je recht in de actie, je hebt zin om recht te staan in je zetel en mee te zingen en te tapdansen en je wil instant aan de slag te gaan met je dromen, die misschien al een tijdje in de koelkast lagen. Misschien word ik morgen wakker uit deze bedwelmende filmroes, maar wàt was het lang geleden dat ik nog zo meegesleept geraakte door een film. La La Land is een film die je maar al te graag rond zijn vinger windt (daar geen geheim van maakt) en dat laat ik nu toevallig maar al te graag gebeuren. 

Wat er ook voor zorgt dat je mij meesleept zijn goede verwijzingen en easter eggs. En de verwijzingen naar klassieke films en musicals waren legio, ik zag echt van alles passeren: het narratief en de frisse stijl van een Jacques Demy-film, duidelijke knipogen naar Les Parapluies de Cherbourg (mijn absolute favoriet!), het dansen tussen de sterren dat mogelijks gestoeld is op jeugdsentiment van Chazelle voor Disney’s Sleeping Beauty, de lantaarnpaal van Singin’ in the Rain, de rode ballon van Le Ballon Rouge, maar ook klassieke films als Notorious, Rebel without a Cause en Bringing up Baby die gewoon vernoemd werden. It’s a gift that keeps on giving!

Ik las via Twitter (met dank aan @Kroy_Wendy!) een tekst over La la Land die een tikkeltje minder enthousiast klonk: “Chazelle’s vision of art, from Guy and Madeline to Whiplash to La La Land, is variously masochistic, obsessive, self-righteous, and aggressively male.” klinkt het. Chazelle kiest misschien voor de eerste keer voor een vrouwelijk personage én geeft haar de nodige inhoud, toch blijft zij de “flauwe” underdog die niets durft, en alleen moet luisteren naar wat de mannen in haar leven haar vertellen. Er wordt hier ingespeeld op een verhaallijn die insinueert dat Mia onzeker wordt door de vele audities en daarom haar droom even aan de kant schuift. Dat terwijl Sebastian continu blijft gaan voor zijn droom om een jazzclub te openen. En awel, I beg to differ: de film toont ons niet alleen dromerige danssequenties en tapdansschoenen, maar laat ook zien hoe moeilijk het (kan) zijn om door te breken als jonge muzikant of actrice. En vrouwen hebben het nu eenmaal moeilijker dan mannen om door dat glazen plafond te breken. Chazelle legt de vinger juist op de wonde via de scène waarin Mia bedroefd commentaren aanhoort vanuit haar loge nadat ze voor een wel heel klein publiek haar toneelstuk heeft gebracht: “Comedyshows by women are always the worst”. Vrouwen en hun strijd voor een eigen toekomst zijn altijd net dat beetje pittiger.

En net omdat het zo allemaal zo pijnlijk herkenbaar is, komt het zo dichtbij. Alleen iemand die niet weet wat liefdesverdriet is, zal hier niet door geraakt worden (of misschien ook als je een stenen hart hebt). Kortom: La La Land is een verdomd welkome afleiding van een wereld waarin een halvegare erin slaagt president te worden van de Verenigde Staten van Amerika.

Avatar
Avatar

Eline’s experience: Justin Bieber in het Sportpaleis

Credits foto: © Wouter Van Vaerenbergh

Toegegeven, ondergetekende was niet van het prille begin fan van tha Biebs. Mijn zusje (een ware Belieber sinds 2010) rolde lachend met haar ogen toen ik in 2012 voorzichtig durfde constateren dat “Boyfriend” eigenlijk zo slecht niet was. Justin heeft jarenlang onder vuur gelegen voor zowat elke beweging die hij maakte. Dat heb ik altijd al afgekeurd, niet alleen omdat ik gewoon niet hou van dingen afbreken, maar vooral omdat ik altijd al grote voorstander ben geweest voor elke vorm van popcultuur, en ik geloof dat boeken zoals Twilight en bands zoals One Direction tienermeisjes als enorme steun kunnen dienen tijdens de complexe jaren van de puberteit. Whatever floats your boat, ook.

Justin Drew Bieber heeft zichzelf de afgelopen jaren zeker bewezen als onvervalste popster: na hits als Boyfriend, What do you Mean, Love Yourself en Sorry waren niet alleen bakvissen, maar ook menig twintiger en dertiger verkocht voor de catchy tunes van de Canadese zanger. Ook mezelf en beste vriend Jan werden betrapt door het luid meezingen van Sorry (mijn all-time favourite) in de auto met de autoruiten naar beneden gedraaid. Meer zelf: Bieber werd er niet lelijker op met de jaren, en zelfs ik staarde met grote ogen naar zijn ‘grootschalig’ populaire vakantiefoto op Borra Borra.  

Toen ik werd meegevraagd naar de Purpose-tour vorig jaar door Jan, hapte ik dan ook meteen toe. Jan en ik doen altijd de grootste gigs van de popgeschiedenis: Lady Gaga (front row), Britney Spears en Beyonce konden we eerder al van onze verlanglijstjes schrappen, alleen Sia’s concert in Krakau is iets dat ik dit jaar moest missen (daar heb ik nog altijd hartzeer van). We kwamen om 17u40 toe aan het Sportpaleis, en toen zagen we al hordes tienermeisjes naar de achteringang van het Sportpaleis zwermen. De paniek sloeg toe, want er was al veel meer volk dan verwacht en we wilden nu ook niet helemaal achteraan het Sportpaleis verpletterd worden door bakvissen (er was gigantische file, overvolle parking, overal politie en dranghekken: waanzinnige taferelen).

Eens toegekomen aan de achteringang (+ Lotto Arena) kregen we te horen dat er geen handtassen groter dan een klein enveloppetasje binnen mochten. Alles moest in een locker geduwd worden (-10 euro, bye bye money) en met alleen een dun shirtje wandelden we al rillend van de koud naar binnen langs wegen omringd door geblindeerde dranghekken. Op een gegeven moment passeerden we de plaats waar vanaf gisterenavond (?) de eerste Bieberfeverfans waren gepasseerd om aan te schuiven om toch maar zeker op die eerste rij  te kunnen staan. De grond werd geplaveid door warmte(folie?)dekens, lege pizzadozen en achtergelaten truien en sokken.

Een beetje afgeschrikt door dit tafereel traden we het Sportpaleis binnen en uiteindelijk waren onze plaatsen nog dik OK. We stonden op het middenplein, in het midden, dus konden sowieso de begeerde popster en zijn zweet niet van dichtbij opvangen, maar ik was al bij al tevreden. Eerlijk gezegd weet ik wel hoe het er vroeger in de sixties moet zijn toegegaan bij een concert van The Beatles, want ik heb nog nooit zoveel krijsende jongedames rondom mij gehad. Er waren er die de setlist vanbuiten kenden en bespraken, probeerden te traceren waar Justin nu ongeveer was (schminkkamer? Een interview? Op het toilet?), Nederlanders en Duitsers die al voor de 2de, 3de of 4de keer kwamen kijken en zeker hun felbegeerde plekje niet wilden afstaan voor een stel wannabe-fans zoals wij. Toen Jan zich even versprak en per ongeluk “Justin Bimberlake” zei, hielden we beiden ons hart vast om maar niet gelyncht te worden door de horde fangirls. Toen het voorprogramma (geeuw) afgelopen was, barstte de hel los. Iédereen rondom ons begon de longen uit hun lijf te krijsen en ik moest meerdere maken met mijn vingers mijn oren dichtdrukken om volgende week geen NKO-arts te moeten consulteren. Er werd tegen ons geduwd langs alle kanten door meisjes met chokers die zich met hun lichtgevende iPhone-hoesjes Kylie Jenner waanden.

En toen kwam hij op. Als een Griekse god (tempels en Dorische zuilen incluis) stapte hij in een luchtkooi die de lucht inging. Slim, want zo kunnen zelfs de allerkleinste meisjes hem toch minstens één keer zien. Maar ook omdat 95% van de concertbezoekers op dat moment hun gigantisch grote iPhone6 in de lucht stak om élke Biebergevulde seconde te kunnen bewaren voor het nageslacht. Vaak niet eens voor het nageslacht, maar voor hun sociale netwerk: er werd duchtig gesnapchat en ge-instagramt. Dat irriteerde me mateloos: het eerste deel van het concert kon ik alles erg goed volgen, want voor de eerste keer stonden er eens geen grote mannen van 1m90 voor mijn neus, maar tijdens het tweede deel was een echte hel. Ik werd na een tijdje verplicht om alles te volgen op de twee grote schermen en op de telefoons die bijna in mijn gezicht werden gedrukt. Het meisje voor ons filmde selfies van zichzelf met Justin op de achtergrond met haar ‘Lumee’ iPhonecase en tuitte haar lippen. Gelukkig was dat maar 2% van de omgeving, want de meisjes voor de rest rond ons stonden waren gewoon gelukkig, en kwamen hier om eens goed te dansen en hoopten (samen met ons) dat Juju straks eindelijk zijn shirt eens ging uittrekken.

Zijn show zelf was af. Ongelooflijk veel dansers, crazy moves, vuurwerk, lichteffecten en ook de muziek zat goed. Dat Justin maar voor 50% zelf zong (en zelfs even water dronk tijdens belangrijke lyrics) dat vergeven we hem dan even. Die gast kan namelijk écht wel zingen, dat heeft hij al voldoende bewezen. Erger was zijn mood, die iedereen een beetje mee de put in trok. De keren dat Justin zijn mondhoeken voor ons krulde kon je op één hand tellen. Misschien had hij een kater en had hij gisteren wat teveel Albert Heijn-biertjes gedronken/mist hij zijn vrienden en familie. He seemed lonely. Ook zijn speeches over Jezus  en dat “Only God can judge me” spreekt wat minder aan voor een ontzuild-Belgisch publiek. Maar Justin, het is u vergeven. We vonden uw vorig kapsel toch schoner, want daarmee vergaten we dat ge eigenlijk drie jaar jonger zijt dan ons. (PS: neem uw oordroppen mee)

Avatar
Avatar

Sleeping Giant

Voor Vertigo schreef ik nog eens iets over de festivalsensatie van Cannes, het tienerdrama Sleeping Giant.

Als men Sleeping Giant zou moeten archiveren, zouden velen geneigd zijn hem te categoriseren onder het label ‘tienerfilm’. Maar niets is minder waar: dit adolescentendrama is in al zijn brutaliteit eerder geschikt voor volwassenen kijkers. In zijn debuutfilm brengt de Canadees Andrew Cividino een fris maar zwaarmoedig verhaal over drie vijftienjarige bakvissen die zich vis noch vlees voelen en samen de zomervakantie doorbrengen.

Alle ingrediënten voor een zoveelste coming-of-age-verhaal zijn aanwezig: slungelige lichamen, oversized shirts, versleten sneakers en een gezonde dosis rebellie om de allesvernietigende verveling zoals alleen pubers die kunnen ervaren stevig te lijf te gaan. De drie wijken voor niets terug: ze stelen biertjes, roken joints en rennen door de bossen – niet alleen om alles achter hen te ontwijken, maar ook om de confrontatie met elkaar zo lang mogelijk uit te stellen. Cividino schets op pijnlijk realistische wijze de omgangsvormen van jongens op die leeftijd, overheerst door stoerdoenerij, provocaties en vooral het verzwijgen van gevoelens.

De setting oogt niet hedendaags: de jongens bezitten geen mobiele telefoons, tablets of laptops, en hun enige vorm van moderne ontspanning is een antieke televisie om videogames te spelen. Dit lijken wel de late jaren negentig, wat doet vermoeden dat Cividino zich heeft laten inspireren door zijn eigen generatie. Dat wil echter niet zeggen dat de jongens geen dosis traumatische ervaringen voorgeschoteld krijgen. Riley, Adam en Nate kampen met een flinke hoeveelheid opgekropte emoties en gaan steeds verder in het afreageren. Een levensgevaarlijke sprong van veertig meter van een klif hangt als een zwaard van Damocles boven de film.

In plaats van Sleeping Giant in één adem te noemen met Perks of Being a Wallflower of The Fault in our Stars, laat de film eerder de wreedheid van jongeren zien die de acties en emoties van anderen moeilijk kunnen inschatten en doet daardoor meer denken aan de roekeloosheid uit Mean Creek, waarin een groep vrienden een pestkop een koekje van eigen deeg willen geven. In beide films speelt de natuur een overheersende rol: de groep jongens gaan zo op in zichzelf, hun hormonen en in hun strijd tegen de verveling, dat ze geen tijd kunnen nemen om te genieten van hun omgeving.

Als kijker krijg je die kans om te genieten gelukkig wel.

Avatar
Anonymous asked:

Dag Eline, ben je absoluut zeker dat je wilt gaan werken en een sabbatjaar te nemen? Ik wil mezelf ook graag opwerken in een bedrijf en sparen voor een grote reis, maar hoe haalbaar is dat denk je, zonder diploma in het hoger onderwijs? Het is zeker niet mijn bedoeling om je wat te "bashen" maar ik hoop toch dat je wat realistisch hebt nagedacht over je inkomen en wat je wilt uitgeven bijvoorbeeld? Hoe haalbaar schat je het in om terug te gaan studeren na dat werk, op financieel vlak bv?

Frappant hoe dit dan een anoniem bericht is. Wat denk jij? Dat ik denk dat ik in 123 een droomjob zal strikken? No fucking way. Als er iemand pessimist tot in de kist is (al gebruik ik zelf liever het woordje realist) ben ik het. Ik heb gelukkig voldoende ervaring in de retail (zes jaar) om daar parttime aan de slag te kunnen in de jaren waarin ik dan halftijds mijn studie afmaakt. Hier is dus wel degelijk goed over nagedacht. Aangezien ik nog tussen de 4 en de 6 vakken moet afronden, lijkt me dat vrij doenbaar om er per jaar 2 of 3 te doen en daar mee bij te verdienen, zoals velen in mijn omgeving trouwens reeds doen.

Avatar
Avatar

Work work work

Dat ik geen doordeweekse levenswandel heb gekozen, mag geen geheim zijn. Eind vorig jaar besloot ik een halfjaar in Gent te gaan wonen, om me beter te kunnen focussen op mijn studies. Een kleine misrekening later zat ik jankend op mijn bed in het Noorden van Gent, ver verwijderd van mijn vertrouwde omgeving, familie en vrienden. Natuurlijk was het niet allemaal tranen en verdriet. Zoals Nietzsche besef ik dat het leven suckt, maar dat we dat gewoon moeten aanvaarden in al zijn voor- en nadelen. Ik weet nog altijd niet of het een goede keuze was een mini-Erasmus naar de Arteveldestad op te zetten voor mezelf, maar het heeft me in elk geval flink uit mijn comfort zone gesleurd.

Intussen zijn we de tweede examenperiode gepasseerd, en heb ik wederom serieus wat potten gebroken. De studiepunten slinken, ik ben angstiger dan ooit voor elk examen en ik surf iedere avond al trillend naar de VDAB om te gaan kijken welke jobs er voor mij in het verschiet liggen zonder universitair diploma. Het niet willen opgeven zit in mij gebrandmerkt: ik ben nu al zo lang aan het studeren dat er geen weg meer terug is. Mezelf uitschrijven is gewoon geen optie meer.

Toch begon ik afgelopen weken meer en meer na te denken over alternatieven. Mij is het intussen duidelijk dat ik niet geschapen ben voor het klassieke bachelorparcours: 60 studiepunten inzetten, ze dubbel terugwinnen en een nieuw jaar starten om na drie jaar met glans af te studeren. Ik wil het anders gaan proberen, een manier die voor mij het beste werkt, in plaats van mezelf krom te werken naar het systeem. En dat wil eigenlijk zeggen: eindelijk kunnen gaan werken. 

Ik wil een jaar van bescheidenheid, een jaar van vrijheid. Gaan werken in een winkel die ik fijn vind, samen een thuis creëren met mijn lief, etentjes organiseren voor mijn vrienden, genieten van de druk die van mijn schouders valt eens ik thuis kom. Niet meer in die constante spanning leven die ik nu ervaar op school. Ik weet natuurlijk dat een leven vol stress niet realistisch is, en voor iemand als ik (altijd haar handen vol met duizend-en-één projecten) haast een luchtspiegeling. Maar ergens is dat een troost: of ik nu mijn diploma haal op mijn 25ste of mijn 30ste, ik zal altijd iemand zijn met veel interesses, persoonlijkheid en pit.

Na dat sabbatjaar (of tijdens, who knows) neem ik één of twee vakken op. Ik denk dat dat een verademing zal zijn. In plaats van acht vakken krampachtig in één semester te proppen, kan ik dan mijn aandacht verdelen tussen dingen die mijn hoofd rustig(er) maken, werken en een beperkte dosis stress. Alles op mijn tempo, of dat nu nog één, twee of drie jaar mag duren.

Er moet dringend een knop omgedraaid worden in mijn hoofd, de knop die ervoor zorgt dat ik angstig in het rond kijk met de gedachten: “heeft iedereen dat door, dat ik straks 25 ben en nog steeds aanmodder?” Ik moet me dringend gaan focussen op andere zaken, want zeven jaar mezelf verplichten te studeren heeft ervoor gezorgd dat ik andere uitdagingen niet kon aangaan. Ik wil leren autorijden, niet elke cent meer moeten omdraaien op restaurant (TAPAS BESTELLEN! IK WIL EENS ONBENULLIGE DURE DINGEN KUNNEN BESTELLEN ZOALS SCHELLEKES HESP OP EEN HOUTEN SNIJPLANKSKE) en niet meer aan de kassa in de Lidl staan om daar nog mijn KBC-app te openen om geld over te schrijven wegens acute armoede. Ik wil meer kunnen tekenen, meer kunnen lezen, mezelf kunnen opwerken in een bedrijf, meer met Photoshop of Illustrator leren werken en ik wil kunnen sparen om een grote reis te kunnen maken naar The States, Thailand of Australië, voor mijn “echte” volwassen leven aanbreekt.

Want eerlijk? Ik heb nog niet genoeg kunnen genieten van mijn twintigerjaren, en we zijn (paniek!) al in de helft. 

(PS: ik ervaar in mijn omgeving dat ik eerder een uitzondering ben. Ofwel bewandelt men het parcours probleemloos, ofwel met horten en stoten (met een extra jaartje) ofwel wordt er gestopt. IS ANYONE OUT THERE THAT SHARES MY PROBLEM? Pls contact me, we should organise meetings and talkgroups)

Avatar
Avatar

Giving yourself a break

Op mijn bureau staat een bos tulpen in bloei, er ligt een ongelezen Schamper (hét onafhankelijke studentenblad van de Universiteit Gent) in de tegenovergestelde hoek en de witte muren zorgen voor de illusie van ruimte. Veel (adem)ruimte.

Mijn kot in Gent is – zo durf ik te beweren – de complete antithese van mijn kot in Antwerpen. Dat laatste gaf ik geen ruimte om te ademen, ik plakte en stouwde het vol met dingen die ik leuk vond om me zo snel mogelijk thuis te kunnen voelen. Het was de eerste plek waar ik alleen woonde en natuurlijk vond ik dat in het begin een beetje spannend. Die oude ansichtkaarten van Humphrey Bogart en Woody Allen, nonchalant op de muur gedrukt met buddy’s zouden me alleen maar helpen in het proces.

Nu zijn mijn muren wit, sereen en maagdelijk. Dat komt niet alleen omdat mijn voorgangster niets aan de muren heeft geklopt of gehangen, maar ook omdat ik die leegte bewust zo wilde houden. Ik had genoeg posters en postkaarten gezien voor een lifetime. Wat ik wilde was… Niets. Planten om me te helpen ademen, bloemen om de kamer fijn te doen ruiken en me op te monteren en kerstlampjes om het gezellig te maken. Niet meer, niet minder.

En datzelfde downgraden heb ik ook (al dan niet per ongeluk) toegepast op de rest van mijn leven: ik heb bepaalde uitdagingen geweigerd of stopgezet (waarvan ik wist dat ik ze graag zou doen, maar er emotioneel kapot aan zou gaan), vrienden die ik wekelijks zag zie ik nu plots maandelijks en diegene die ik maandelijks zag heb ik in 2016 voorlopig nog niet gezien. Mijn tekenen voelde plots aan als een last in februari en ook dat creatieve vuur, waar mijn hart van overliep, heb ik even op een laag pitje moeten zetten. Voor en van mezelf.

Want het is al moeilijk genoeg voor mezelf om te aarden op een plek die ik niet (goed) ken (Gent, Oost-Vlaanderen, eigenlijk zowat alles buiten de provincie Antwerpen) en ik ben mezelf hier al een aantal keer tegengekomen. Het is moeilijk jezelf in een nieuwe omgeving te planten en te verwachten dat je reeds in week één opgenomen zal worden. Nee, de bakker om de hoek glimlacht en wuift nu pas naar me als ik passeer, en de buurvrouw begint nu – na twee maanden pas - een praatje met me in onze Jozef van Crombrugghestraat terwijl we beiden een verloren straatpoes trachten te voeden.

In mijn hoofd kon het allemaal niet snel genoeg gaan: ik zou best friends worden met mijn roomies in no-time, ik zou instant opgenomen geworden door de vriendinnengroep op school, mijn lief en ik zouden sparen om alleen te gaan wonen in september, ik zou drie jobs combineren (bakker, kledingwinkel én illustratiewerk) met mijn studies en ook mijn rijbewijs zou ik wel knallen. Intussen heb ik het al moeilijk genoeg met twee jobs te combineren met een studie die ik wederom links laat liggen en het uitlezen van mijn boek voor de volgende boekenclub.

Het mag allemaal wat rustiger, en dat gun ik mezelf wel. Ergens kijk ik zelfs uit naar de examenperiode. Een periode waarin gewoonlijk ik kapot ga van de angst en nervositeit, maar tenminste geen verantwoording moet afleggen aan duizend verschillende partijen. Het komt wel goed, als ik mezelf even de tijd geef om niks te denken. Ik voel de tekendrang alweer kriebelen, trouwens.

Avatar
Avatar

Eline’s Kerst- en Feestdagen verlanglijstje (in willekeurige volgorde)

Because it’s almost Christmas. Maar niet heus.

1. Bobbi Brown Intensive Skin Serum Foundation, 'Sand' - in The Bobbi Brown shop, Korte Gasthuisstraat (59 euro)

That’s right, als ik make-up koop, dan doe ik het goed. Ik had de eer desbetreffende foundation uit te proberen op de Bobbi Brown Masterclass voor Knack Weekend en it feels soooo good on my skin! Echt zo’n velvety foundation die niet plakt. Ik heb geen fatsoenlijke foundation, dus dat wordt wel eens tijd want ik word er 25.

2. Maison Margiela parfum, untitled of Flower market - verkrijgbaar in Renaissance of Louis (95 euro)

Een heel duur kerstcadeau, dat ik waarschijnlijk niet zal krijgen, maar ooit hoop ik in het bezit te zijn van deze welruikende flesjes. Een vriendin van me geeft me af en toe een paar staaltjes van deze parfums en ik heb ze dan ook altijd bij in mijn handtas. They smell so good I could die.

3. iPad stylus (met fijne tip)

Ik was helemaal OK, tot ik een maand geleden in Tinsel was aan ‘t tekenen op een zondagmiddag en mijn stylus in twee knakte. Teveel tekenen, noemen ze dat.

4. Urban Ears Headphones, donkerpaars, lila of iets donkerrood-achtig - verkrijgbaar bij bol.com (prijzen tussen 40 à 50 euro)

Ik zeul nu dagelijks mijn donkerrode Sony headphones mee, die constant van mijn ogen glijden omdat ik lang haar heb. Urbanears blijven goed zitten en hebben x 3 betere geluidskwaliteit.

5. Lush Ro’s Argan Body Conditioner - Lush Store Meir (30 euro)

Aangezien mijn twee favoriete geuren bij Lush hun rozengeur zijn en hun lavendelgeuren, mis ik alleen nog deze goddelijke lichaamsconditioner. It makes me smell like Aphrodite.

6. Flow Agenda - verkrijgbaar in Standaard Boekhandel (denk ik) (ong. 17 euro)

Mijn huidige (Flow) agenda ligt aan flarden van één, dus een nieuwe voor 2016 zou leuk zijn.

7. Frankie Magazine, International Magazine store (IMS), Melkmarkt Antwerpen (15 euro)

Omdat het de Australische equivalent is van Flow Magazine is.

8. Een nieuwe portemonnee

Al 5 jaar met dezelfde versleten Oilily-portefeuille rondlopen is na een tijdje best vervelend. En een beetje seutig.

9. Een staafmixer

Mogelijks de meest saaie cadeau, maar zo nodig. Na het vertrek van de staafmixer van een kotgenote kan ik geen soepen meer mixen. Oh, droeve wereld!

10. Will Gompertz’ Think Like an Artist

Image
Avatar
Avatar

Samenraapsel van gedachten in Londen (of: mijn Londen-aanraders voor uw volgende bezoek)

Ik spendeerde vier volledige dagen in de hoofdstad van Groot-Brittannië: volgeladen metrostellen, de papieren Guardian, buttons van Corbyn, Mind the Gap, zwart snot en The Big Ben.

Ja, zwart snot. Want als je vier dagen in een vervuilde stad spendeert en dagelijks de metro neemt, verandert je schone snot blijkbaar naar een soort zwarte pek. Ik heb dit gegoogled, ja. Het begon natuurlijk allemaal met een terreurdreiging in België en een Eurostar in de vroege uurtjes. Ik ben geen fan van de Eurostar, laat dat duidelijk zijn. Nu ja, ze zorgen ervoor dat je zonder kleerscheuren aan de overkant van het kanaal geraakt, maar als ik teveel nadenk over het feit dat je met een trein in een grote ondergrondse tunnel rijdt dan rollen de zweetdruppels van mijn slapen. Een halfje alprazolam en ik was weer heerlijk relaxed. Thanks drugs. Bye anxiety.

Wat ook had geholpen was een plekje in de eerste klas. Sinds ik naar Amsterdam geweest ben in eerste klas ben ik een fervent aanhanger van de opgewaardeerde coupés, jammer dat mijn portemonnee minder fan is. Meer plaats, minder huilende kinderen, draadloos internet en eten en drinken. Wat wil een mens nog meer?

Onze airnbn was in Bethnal Green. Als je de kaart van Londen ongeveer kent, weet je dat dat in Oost-Londen is. Oost-Londen is multicultureel en hipster. En daar klaag ik niet over, want iedereen die een hekel heeft aan hipstercultuur kan voor mij de allerhoogste boom in. Hoe meer koffiezaken, vintage shops, onafhankelijke cinema’s en kunstgalerijen hoe blijer ik ben. Shoreditch (20 minuten wandelen van onze airbnb) lijkt op een kleine versie van Brooklyn met zijn opgewaardeerde pakhuizen en grafittikunst. Er is een gigantische bloemenmarkt (Columbia Road Flower Market), een kattencaffé (Lady Dinah’s Cat Emporium), je kan er een monsterontbijt eten voor 8 pond (Café 338) met een croissant ter grootte van een vliegende schotel, je kan er vertoeven in een kleine cinema waar ze deze week het werk van Japanse cineast Kurosawa tonen en waar je koffie kan drinken terwijl je The New Yorker leest en je kan er vintage winkelen als geen ander. Onze favoriete plek was The Breakfast Club. Een ontbijtzaak vernoemd naar de cultfilm uit ‘85 waar ze de heerlijkste American Pancakes serveerden. Toen ik mijn vermoeide achterste op één van hun houten stoelen installeerde, kreeg ik meteen een complimentje op mijn kleurrijke seventies turtleneck door een meisje dat eveneens bruin haar, en een froufrou had en eveneens een hoge staart en een seventies coltruitje droeg. Pluspuntjes.

Lady Dinah’s Cat Emporium klinkt allemaal erg leuk, maar het viel eerlijk gezegd een beetje tegen. Ik moest 7£ betalen om een reservering te maken in de koffiezaak, en we werden bij aankomst ergens in de piepkleine kelder gezet. Hun website is een beetje misleidend: het leek alsof er minstens 13 katten zouden rondlopen, maar hun principe is een beetje: als ze zin hebben, dan komen ze kijken. Anders niet. And I totally get that, I’m all for the paw-rights, maar er hadden maar 6 katten “zin” om hun snoet te laten zien, en 5 daarvan lagen te dutten (en stoor je dus niet). Ik aai dus gemiddeld meer katten als ik een weekend naar huis ga. But if you love cats, you’ll still love this.

Als je wil gaan winkelen, is Oxford Street het walhalla: ze hebben er àlle winkels en de straat op zichzelf is de grootste en drukste shoppingstraat van Europa. Marks & Spencer, de grootste Lushwinkel van de wereld, een Disney Store, een Hamley’s, een Victoria’s Secret, Waterstone’s, 25 H&M’s, Topshop... Je houd het niet voor mogelijk. Waarschuwing: deze winkelstraat is een katalysator voor echtelijke ruzies. Na tien minuten door de massa heen te waden, is de kans groot dat je begint te kibbelen met je liefste. Best met vriendinnen of je moeder doen, dus. Niet zoals ik, die per se een uur in de Lushwinkel wilde vertoeven terwijl Jimmy vanbinnen stierf (hij is naar de Waterstones gegaan, geen zorgen). Let op je ponden: als je ergens 50£ spendeert, staat dat niet (zoals in mijn brein toen) gelijk aan 50, maar aan 80 euro. Traantjes waren het gevolg van dit financiële drama.

Drukke plekken zoals Oxford Street, het metrostation van Oxford Circus en het Kerstpretpark Winter Wonderland in Hyde Park geven je als Belg het nodige relativeringsvermogen: je voelt dat we ons een beetje belachelijk gemaakt hebben met onze angstzaaierij, want Londen is namelijk IS-walhalla. Meteen weer met die bange-Vlaming-voetjes op de grond.

Qua food hebben wij ‘s avonds de volgende restaurants aangedaan:

- Borough Market: OK, niet echt een restaurant maar een ongelooflijk gigantische markt met al het eten dat je je kan inbeelden. Woonde ik in Londen, dan ging ik daar mijn verse groenten, fruit en vleewaren halen. Ik kocht er een flesje truffelolie (héérlijk!) en at er een hotdog.

- Indisch restaurant Sagar in Soho: op Timeout Magazine aangeprezen als beste vegetarische Indiër met schappelijke (studenten)prijzen. We aten er beide een curry met basmatirijst en als je de pikante maaltijden van Ahaar in Antwerpen gewoon bent, is het eten bij Sagar een makkie. Geen gezweet!

- Jaimie Oliver’s Italian in Angel: Eerlijk? Ik had meer van Jaimie verwacht. Mooie inrichting, vriendelijke bediening en schappelijk eten, maar de prijzen zijn way too high voor wat je op je bord geschept krijgt. Ik had een risotto met paddestoelen, maar kon de champignons op mijn hand tellen. Een glas wijn betaal je hier trouwens 8 euro.

Things I liked:

- Harrods: never fails to bring a smile to my face. De eethallen zijn een streling voor het oog en ik maakte mezelf wijs dat ik later vast wel genoeg geld zou hebben om hier eens een fancy lunch te hebben met champagne in plaats van bezweet en met gesplitte froufrou door de gangen te strompelen. Zo’n mooie producten, sfeervolle kerstmuziek en magische etalages vol dure handtassen en luxueuze glitterschoenen. Ik kocht er een doos Earl Grey voor mijn vader.

- Highgate Cemetery: ik maak er een gewoonte van om in elke grootstad een begraafplaats te bezoeken. In Parijs was das Montparnasse, in Boedapest Kerepesi Cemetery en hier Highgate. De historische begraafplaats bestaat uit twee delen, het Oosten en het Westen. In het Westen ligt Marx begraven, in het Oostelijke gedeelte mag je niet alleen rondwandelen, alleen onder begeleiding van een gids. Een rondleiding van zeventig minuten gidst je rond over de hele begraafplaats en je krijgt de interessante levensverhalen te horen van de Victoriaanse mensen die hier in de 19de eeuw begraven werden.

- Lush: zo vriendelijk, zoveel bathbombs, all the smells. No regrets. Volgende keer spaar ik voor een Lush Spa-sessie, ook al kost me dat een orgaan.

Things I disliked:

- Druk. Londen is te druk voor mij. Ik dacht altijd te kunnen wonen in Amsterdam en Londen (buiten Antwerpen), maar schrap dat laatste maar. Ik zou binnen de maand gek worden van het verhoogde levenstempo en het pendelen met de metro. Oxford Street is goed om een hartaanval op te wekken.

- Het Natural History Museum: ben je nog nooit geweest, dan kan het misschien nog de moeite zijn, maar ik had dit museum na drie keer echt wel gezien. De eerste keer dat ik het zag was ik twaalf, en dat is misschien wel de goede leeftijd om dit dinosaurussenmuseum te bezoeken. Op je 24ste erger je je eigenlijk vooral aan de gedateerde inrichting. Come on London, you can do better!

- Duur: Londen is duur. Ik zeg het, ik heb 4 dagen lang geen wijn kunnen drinken omdat Londenaars gemiddeld 8 euro betalen voor een glas. Jawel, 5 pond voor een glas wijn of een bekertje glüwein op Winter Wonderland. Geef mij dan maar een Antwerpse kroeg waar je wijn kan drinken voor de helft van die prijs. This girl needs her wine! Drink je geen alcohol maar wel koffie? Pech, een latte kost gemiddeld ook 4 euro in de Engelse grootstad.

Dingen die ik gemist heb:

- The Harry Potter Studio’s

- Columbia Road Flower Market

- Mathilda, Wicked en Les Miserables (musicals)

- Dennis Sever’s House, Christmas Edition

Avatar
Avatar

Film Review #10: The Good Dinosaur

The Good Dinosaur begint met een eenvoudig feit: wat als 65 miljoen jaar geleden een allesvernietigende meteoor onze planeet met een haar miste? Regisseur Peter Sohn creëert een alternatieve wereld waarin een familie Apatosaurussen een boerderij runnen, die je terugcatapulteert naar een farm in het Zuiden van Noord-Amerika in een vorige eeuw. De jongste van het gezin (Arlo) is altijd het achterblijvertje geweest naast zijn grotere - en moedigere broer en zus. Hij wil zichzelf bewijzen, maar wordt geconfronteerd met een krachtige overstroming die zijn vaders dood wordt. Hij steekt de schuld op een klein mensenjong, dat hun voedselvooraad voortdurend steelt, en na een driftige achtervolging wordt hij - samen met het kind - gescheiden van zijn familie.

Eerlijk is eerlijk, we werden niet even hard met reclameboodschapjes, merchandising en tweets om de oren geslagen via The Good Dinosaur dan wel met Inside Out en dus verwachtte ik - als Disneyfreak - er ook veel minder van. De film over een jonge dinosaurus die vriendschap sluit met een mensenkind bevindt zich in een veel bescheidenere categorie van Pixar, die waarin Brave en A Bug's Life met de plak zwaaien. De trailer zag er nochtans veelbelovend uit: humor gecombineerd met schattige taferelen met als enige nadeel een felgroene dinosaurus die veel minder gedetailleerd geanimeerd werd dan de rest van de film.

En die mening groeit eigenlijk verder in mijn visie over The Good Dinosaur nadat ik hem mocht bekijken vorige week woensdag: de animatietechnieken zijn waarschijnlijk erg complex, maar ogen erg eenvoudig. En dat is niet slecht. Meer dan een rake gezichtsuitdrukking of geestig geluidje zijn soms niet nodig, en ik traande dan ook van het lachen bij de meest simpele scènes. Disney (Pixar) toont zich weer maar eens meester in het toveren van grootse reacties via kleine dingen. Toch vond ik het af en toe jammer dat Arlo (de sprekende (!) dinosauriër) zo cartoony in beeld gebracht werd, terwijl het Noord-Amerikaanse prehistorische landschap en Spot (het kind, dat meer weg heeft van een speelse puppy) veel gedetailleerder en mooier getekend werden. Misschien maakten ze die keuze om te benadrukken dat Arlo en Spot uit twee verschillende werelden kwamen?

Het is moeilijk om niet te vallen voor een hartverwarmend vriendschapsverhaal tussen beest en mens, zeker als ze die succesformule - die ons hart eveneens verwarmde in How to Train your Dragon en een beetje in Brother Bear - omdraaien zoals het team achter The Good Dinosaur deed. Spot (een typische hondennaam) is een kind dat ik niet ouder schat dan vier en dat gek genoeg alleen kan huilen als een wolf. Arlo staat - als dino - veel dichter bij ons als mens: hij is beschaafd, gebruikt menselijke handelingen en praat. Die surreële trekjes zetten zich verder in de rest van de film, met bijvoorbeeld een grotesk-bizarre scène waarin Arlo en Spot beginnen te trippen op een vergiftigd stuk fruit (whaaaat?)

The Good Dinosaur snijdt belangrijke thema's aan voor zowel kinderen, adolescenten als volwassenen: eenzaamheid, vergiffenis, onzekerheid en vooral: knokken tegen angst. Die laatste is een erg cruciaal thema in een tijd waarin terreurniveaus worden opgetrokken, kinderen met heel wat vragen blijven zitten en daarnaast een zware prestatiedruk als een zwaard van Damocles boven hun hoofd bengelt. Het is OK om af en toe een paniekaanval te krijgen, zelfs de dappersten onder ons krijgen het weleens Spaans benauwd. Duidelijk was ook dat The Good Dinosaur een soort collage is van belangrijke thema's uit de Disneygeschiedenis: een dode vader die zorgt voor een schuldgevoel omdat de protagonist ter plaatse was (The Lion King, die Mufasa-scène is op ons netvlies gebrandt) of een zoektocht naar familie, dat tegelijkertijd een zoektocht is naar jezelf (Brother Bear). Ook het mensenkind - dierenwereld-motief deed terugdenken aan bepaalde scènes uit de klassieker Jungle Book.

Ben je een Pixar- en Disneyliefhebber? Dan laat deze hartverwarmende prent je niet ongeroerd achter. Je moet al moeite doen om geen traantje weg te pinken met sommige scènes, die niet alleen Disneyfans of kinderen recht in het hart raken. The Good Dinosaur staat garant voor een fijna namiddag film voor jong en oud. Gaan kijken dus!

Avatar
Avatar

Film Review #9: Mockingjay pt. 2

Frankrijk is in oorlog na de verschrikkelijke aanslagen van 13 november, grote naties zijn druk in overleg en angst zaaiende terroristen houden de wereld in een wurggreep. Misschien is het dan niet verwonderlijk dat dystopische Young Adult-films zoals The Hunger Games-franchise het goed doen bij het bioscooppubliek.

Katniss Everdeen wordt in dit sluitstuk van de geliefde franchise omgedoopt tot een propagandawerktuig  en moderne Jeanne d’Arc-figuur die naar hartenlust wordt ingezet door President Alma Coin en spelstrateeg Plutarch Heavensbee in de oorlog tegen het Capitool en de sadistische President Snow. Net wanneer je dacht dat de moedige Spotgaai niet nog meer kan verliezen, verrassen regisseur Francis Lawrence en bedenkster Suzanne Collins het publiek met een overtreffende trap van miserie.

Toch speelt dit vierde en donkerste deel van de filmreeks op veilig. Brave dialogen worden systematisch afgewisseld met spannende actiescènes, de hele tijd krijg je het gevoel dat je alles al eerder hebt gezien – was het nu in Twilight, Harry Potter of The Maze Runner? – en elke plottwist zie je van mijlenver aankomen. Bovendien komt het relaas tergend traag op gang om vervolgens veel te snel over de belangrijke stukken heen te vlammen. Aangrijpende scènes degraderen hierdoor naar iets (bijna lachwekkend) sentimenteels en slagen er niet in om naar de keel te grijpen.

Maar niet alle elementen zijn slecht. De spannende scènes zijn zenuwslopend en brengen je vaak naar het puntje van je stoel. De score van James Newton Howard draagt daar sterk toe bij, alsook de straffe acteerprestatie van Jennifer Lawrence die met glans een statige miss Everdeen tot leven brengt. Ook al waren de intieme scènes tussen Katniss, Peeta en Gale niet altijd even geloofwaardig, je ziet dat er tussen het trio na vier films een zeker chemie is gegroeid. En oh ja, wat deed het ons goed om Philip Seymour Hoffman nog eens te zien glimlachen.

Lees dit review ook op Vertigo.be: http://vertigoweb.be/the-hunger-games-mockingjay-part-2/ (en geef hen een like op Facebook!)

You are using an unsupported browser and things might not work as intended. Please make sure you're using the latest version of Chrome, Firefox, Safari, or Edge.